Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als de [25]inwoners des lands, de Kanaanieten, dien rouw zagen op het plein van het doornbos, zo zeiden zij: Dit is een zware rouw der Egyptenaren; daarom noemde men [26]haar naam [27]Abel-mizraim, [28]die aan het veer van de Jordaan is. 25. Hebr. de inwoner; alzo in het volgende, de Kanaaniet. 26. Te weten, der voorzegde plaats. 27. Dat is, de rouw der Egyptenaars, of, de rouwdragers der Egyptenaars. 28. Aldus in het voorgaande, vs.10.